Koptische Muziek

De Koptische Muziek is een verzamelterm voor de melodieën en hymnen (afgeleid vanuit het Griekse woord ’ὕμνος’’húmnos = Lofzang) die worden gebruikt tijdens de rituelen, lofzangen en gebeden in de Koptisch-Orthodoxe kerk. Het gezang van de Koptische Christenen is één van de oudste tradities in de christelijk-liturgische muziek, met wortels die teruggaan tot het faraonische Egypte. 

De hymnen worden gekarakteriseerd door unieke en diverse klanken die vaak verband houden met specifieke contexten (bijv. seizoenen, verhalen). Afhankelijk van het seizoen kan een hymne tijdens de lijdensweek bijvoorbeeld langzaam en plechtig klinken, in tegenstelling tot de feestdagen waarop de hymnen opgewekt klinken. Deze melodische en ritmische variatie helpt gelovigen de verschillende seizoenen in de kerk te beleven.

Sommige gezangen worden begeleid door ritmische instrumenten zoals de cimbalen en triangels. De hymnen worden in eenheid gezongen in de kerk door de priesters, diakenen en het hele volk.

Tot op heden zijn de hymnen door de duizenden jaren heen behouden gebleven middels mondelinge overlevering. Velen beschouwen de compositie, spiritualiteit en het behoud van de Koptische hymnen als een bijzonder en uniek gegeven.

Geschiedenis
De Kopten zijn directe afstammelingen van de oude Egyptenaren, wat mogelijk faraonische invloed op de muziek impliceert. Er zijn ook aanwijzingen dat het muzikale erfgoed is beïnvloed door Hebreeuwse tradities. Toen de Joden in Egypte waren, zijn zij vast en zeker tijdens hun 400-jarige slavernij in contact geweest met de Egyptische muziek en vice versa. Bovendien bracht St. Markus, toen hij het Christendom naar Egypte bracht, zijn Joodse tradities, inclusief muziek, mee. De Egyptenaren gebruikten destijds religieuze muziek voor hun rituelen en lofzangen. Dit suggereert dat de vroege ontwikkeling van de Koptische hymnen werd geïnspireerd door faraonische en Hebreeuwse muziek.
De oude Egyptenaren kenden een strikte scheiding tussen seculiere en religieuze muziek. Alleen muziek die als heilig werd beschouwd, mocht worden gebruikt in de tempeldienst.

Sommige invloeden uit die tijd zijn terug te zien in de hymnen van de kerk.

Een voorbeeld hiervan wordt beschreven in een artikel van Dr. Ragheb Moftah, musicoloog en pionier van de hedendaagse Koptische muziek. Hij meldt dat de bibliothecaris van Alexandrië, Demetrius, in 297 v.Chr. documenteerde dat de priesters destijds zeven klinkers gebruikten die één voor één werden gezongen. Veel koptische hymnen gebruiken ook melisma, een kenmerk van Koptische muziek waarbij een melodie wordt verlengd over één of enkele klanken, soms slechts één zin of woord lang. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘’Halleluja’’ en hoe er met een paar klinkers een lange hymne wordt gezongen die de geest verrijkt. 

Een ander voorbeeld dat Dr. Moftah geeft, is dat sommige hymnen vernoemd zijn naar dorpen in het oude Egypte die niet meer bestaan, zoals de Singari, vernoemd naar het dorp Singari in de noordelijke Nijldelta. Ook de term ‘Adribi’ (de melodie die wordt gebruikt voor de psalm tijdens de lijdensweek) zou vernoemd zijn naar het dorp Atribis.  Hoewel er aanwijzingen zijn dat sommige melodieën zijn overgenomen uit oude Egyptische rituelen, is er meer onderzoek nodig.

Desalniettemin voegt kennis over deze invloeden niks toe of neemt niks weg van de schoonheid en spiritualiteit van het muzikale erfgoed in de Koptische Kerk.

Karakteristieken van de Koptische Muziek
Er zijn bepaalde kenmerken die typerend zijn voor de Koptische muziek.

Allereerst is de koptische muziek monofoon, wat betekent dat het in unisono (eenstemmigheid) wordt gezongen en niet polyfoon met meerdere tonen door elkaar heen. Zoals St. Paulus zegt:

“Opdat u eensgezind, met één mond, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus Verheerlijkt” (Romeinen 15:6).

In één van de Koptische hymnen wordt de spirituele betekenis hiervan mooi geduid:

“Dezen die de Heilige Geest verenigd heeft als een snaarinstrument, altijd God lovend”  – Hymn Ⲛⲁⲓ ⲉ̀ⲧⲁϥϩⲟⲧⲡⲟⲩ ⲉ̀ⲩⲥⲟⲡ  (Nai Etaf Hotpoe).

Vaak worden de hymnen ook antifonaal gezongen, waarbij twee groepen elkaar afwisselen. Tijdens de Lofprijzing van Middernacht (Tasbeha) is deze afwisseling duidelijk zichtbaar bij het lofzingen.

Bij de lange melodie van het trisagion (Agios), wordt de melodie om de beurt gezongen door de koren aan de noord- en zuidkant van de kerk. Dit is een voorbeeld van antifonaal gezang, geïnspireerd door het visioen van Jesaja waarin de vier onlichamelijke wezens antifonaal God prijzen:

“Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit”. (Jesaja 6:3).

“Zij roepen uit, de één tegen de ander; en zij verkondigen de lofzang van de overwinnen en de verlossing die ons toebehoort, met een stem vol glorie” (Liturgie van St. Gregorius volgens de Koptische riten).

Daarnaast is de Koptische muziek responsoriaal van aard, waarbij wordt afgewisseld tussen solist en koor.

Dit is vooral het geval tijdens de Heilige Liturgie, waarin de priester, diaken en gelovigen elkaar beantwoorden tijdens de gebeden. Meestal doet de priester een voorbede of gebed, waarna de diaken het volk oproept om het hart te verheffen en te bidden. Vervolgens bevestigt het volkmet “Amen”, “Halleluja” of “Heer ontferm U”.

‘’’En wanneer zij zeggen Halleluja, antwoorden de hemelingen: ‘Heilig amen halleluja, glorie zij aan onze God’’’ (Doxologie voor alle hemelingen volgens de Koptische riten).

Verder is het kenmerkend dat Koptische hymnen een lange melodie kunnen hebben die doorgaat op één klank. Een verlenging van de klank wordt ook wel melisma genoemd. De variatie tussen melismatische melodieën en reciterende(korte en vlotte) melodieën is wat de hymnen een beeldend karakter geeft.

De Koptische muziek kent ook een zekere eenvoud, waarbij hymnen met een paar noten gezongen kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is de hymne ’Golgotha’, die met enkele noten een beeldende klank geeft die past bij het moment van de begrafenis van Christus, zoals dat wordt herdacht aan het einde van Goede Vrijdag. Een ander sprekend voorbeeld is de melodie van de hymne van het Pascha (Thok Te Ti Khom).

Het spirituele belang van de Koptische Hymnen
Christus illustreerde het belang van lofprijzing toen hij direct na het laatste avondmaal in het huis van Markus de Evangelist met zijn discipelen een lofzang zong (Markus 14:26).
Tijdens het hoogtepunt van de liturgie, wanneer wij communie nemen, wordt palm 150 gezongen, bij uitstek de psalm van lofprijzing. Bovendien worden lange lofzangen, die soms wel uren kunnen duren, dagelijks gebeden ter voorbereiding op de heilige liturgie.

Ook het gedrag van de apostelen na de hemelvaart illustreert het belang van lofzang, zoals beschreven staat in het evangelie van St. Lukas:
“En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl zij God loofden en dankten.” (Lukas 24:53).

St. Basilius, samensteller van één van de meest gebruikte liturgieën in de Koptische kerk, beschreef het belang van het zingen van hymnen als volgt:

“Het zingen van hymnen brengt rust voor de geest, genoegen voor de ziel en een overwicht van vrede. Het kalmeert de golven, doet de stormen in onze harten tot bedaren gebracht, kalmeert de woede van de driftigen, herstelt de losbandigen, creëert vriendelijkheid, verdrijft onenigheid en verzoent vijanden. Want wie kan iemand beschouwen als een vijand die samen met hem heeft gezongen in lofprijzing voor de troon van God?” (St. Basilius de Grote).

De praktische toepassing van deze woorden is terug te vinden in het verhaal van David en koning Saul, toen hij voor hem muziek maakte:

“En telkens wanneer de boze geest van God over Saul kwam, gebeurde het dat David de harp nam en erop tokkelde. Voor Saul was dat een verademing: het ging beter met hem en de boze geest week van hem.” (1 Samuel 16:23).

Men kan soms versteld staan over de lengte van een Koptische hymne of kerkdienst. Echter, zoals de hemelingen God zonder ophouden prijzen, zo verheugt de kerk zich over de aanwezigheid van haar Bruidegom, de Heer Christus die in haar midden is. Zij uit dit door continue in Zijn aanwezigheid te willen blijven en Hem samen te loven met de hemelingen. De kerk volgt het voorbeeld van de hemel, aangezien de kerk ons de hemel doet proeven terwijl wij hier nog op aarde zijn.

Hieraan worden wij dagelijks herinnerd in de Agpeya (het gebed der uren):

“Wanneer wij in uw heilige tempel staan, worden wij gerekend tot hen die in de hemel staan”.

Share the Post